Veel ondernemers starten hun zelfstandige carrière met een eenmanszaak. Er wordt voor deze ondernemingsvorm gekozen omdat het gemakkelijk op te richten is en een relatief eenvoudige boekhouding vergt. Wanneer de zaak voldoende is gegroeid, kan het opportuun zijn om uit te kijken naar een andere ondernemingsvorm. De fiscale voordelen van een vennootschap kunnen in veel gevallen gunstiger zijn.

We bekijken enkele belangrijke aspecten om rekening mee te houden bij de overgang van eenmanszaak naar vennootschap.

1. Stopzettingsmeerwaarde

Wanneer de eenmanszaak stopt met bestaan, kan het zijn dat er meerwaarden gerealiseerd worden. Dit noemt men dan een stopzettingsmeerwaarde


Stopzettingsmeerwaarden kunnen voorkomen bij:

  • Voorraden
  • Materiële vaste activa (bijvoorbeeld auto, machines, …)
  • Immateriële vaste activa (bijvoorbeeld goodwill, cliënteel, …)

Van belang hierbij is wel dat de zelfstandige activiteit (de eenmanszaak) volledig en definitief moet worden stopgezet om te kunnen spreken van een belasting als stopzettingsmeerwaarde. Dat de activiteit wordt voorgezet via een vennootschap staat de taxatie als stopzettingsmeerwaarde niet in de weg.

Het moet eveneens gaan om activa die voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt:

  1. De vaste activa die in het kader van die werkzaamheid zijn aangeschaft of vervaardigd en als activabestanddeel zijn geboekt;
  2. De vaste activa of gedeelten ervan waarvoor fiscaal afschrijvingen of waardeverminderingen zijn afgenomen;
  3. De immateriële activa die tijdens de beroepswerkzaamheid tot stand zijn gekomen, ongeacht of zij als activabestanddeel zijn geboekt.

Desaffectatietheorie

Onder de stopzettingsmeerwaarden die worden vrijgesteld van taxatie vindt men de stopzettingsmeerwaarden op materiële vaste activa die tussen de datum van de stopzetting en de datum van de vaststelling of verwezenlijking (al dan niet gedwongen) van de meerwaarde op duurzame wijze uitsluitend tot niet beroepsdoeleinden zijn gebruikt. Deze vorm van vrijgestelde stopzettingsmeerwaarde wordt desaffectatie genoemd.

De meerwaarde op de verkoop een onroerend goed dat niet gebruikt werd voor beroepswerkzaamheden zijn niet belastbaar bij stopzetting.

Hiermee wil men dus bereiken dat personen die hun eenmanszaak stopzetten, al dan niet gedwongen, bepaalde zaken (bijvoorbeeld een garage) blijven gebruiken voor privé-doeleinden. De stopzettingsmeerwaarde is pas verschuldigd bij “overdracht of vervreemding”.
Maar indien de natuurlijk persoon kan aantonen dat hij het goed dat vroeger louter of gedeeltelijk voor beroepsdoeleinden werd gebruikt, nu privé gebruikt, maakt hij kans dat het betreffende actief-bestanddeel gedesaffecteerd wordt. Het zal dus worden aanzien als niet meer behorend tot het vermogen van de eenmanszaak, maar tot het privé-patrimonium.

Belastingtarieven stopzettingsmeerwaarden

Materiele vaste activa

Bij een overgang van eenmanszaak naar vennootschap worden stopzettingsmeerwaarden op materiële en financiële vaste activa en andere aandelen afzonderlijk belast tegen 16,5 % en dit nog te verhogen met gemeentebelasting.

Immateriële vaste activa

Het taxatieregime van immateriële vaste activa (zoals bijvoorbeeld goodwill) verschilt al naargelang de situatie. Volgende belastingtarieven zijn mogelijk:

Afzonderlijk tegen 33 %

De stopzettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa worden belast a rato van 33 %, te verhogen met de gemeentebelasting wanneer wordt voldaan aan de 4×4 regel. Deze regel houdt in dat de meerwaarde niet meer mag bedragen dan de belastbare winsten of baten in de vier voorafgaande jaren aan het jaar van de stopzetting uit de niet meer uitgeoefende werkzaamheden.

Het wordt nog steeds de 4×4 regel genoemd al is de verwoording waarop deze benaming is gebaseerd niet langer in het Wetboek aanwezig.

Afzonderlijk tegen 16,5 %

Wanneer wordt voldaan aan voormelde 4 X 4 regel wordt het taxatietarief teruggebracht van 33 % naar 16,5 % wanneer aan één van volgende situaties wordt voldaan:

  • Stopzetting van de werkzaamheid vanaf 60 jaar
  • Stopzetting van de werkzaamheid ingevolge overlijden;
  • Gedwongen definitieve stopzetting
Gezamenlijk tegen de progressieve tarieven

Het gedeelte dat de meerwaarde die de 4 X 4 grens bepaalt overschrijdt zal steeds gezamenlijk worden belast tegen het progressieve tarief.

Stopzettingsmeerwaarden moeten aangegeven worden in deel 2 van de aangifte personenbelasting. Het tarief is afhankelijk van de reden van de stopzetting en het type activa.

2. BTW-aspecten

De overdracht van de eenmanszaak is in beginsel vrij van BTW. Het moet dan gaan om een algemeenheid van goederen die wordt ingebracht in de vennootschap. De vennootschap moet dan ook wel de activiteit verder zetten om art. 11 BTW wetboek te kunnen toepassen.

De overdracht van de eenmanszaak is van toepassing op cliënteel en roerende activa. Onroerende goederen en handelsschuldvorderingen kunnen hiervan uitgesloten worden. Het is ook niet verplicht om de wagen mee over te nemen.

Overname van activiteit = de overdracht van de algemeenheid van goederen inclusief het cliënteel en alle roerende bestanddelen

Gebruik maken van deze BTW vrijstelling is handig want het voorkomt dat de vennootschap een groot bedrag aan BTW moet voorfinancieren. Activa dat zou achterblijven in de eenmanszaak zal men moeten onttrekken of er zal een BTW herziening moeten op gebeuren.

Onttrekking en BTW-herziening

Een onttrekking wordt gelijkgesteld met een levering. Een herziening kan men best beschouwen als een correctie op de oorspronkelijk afgetrokken BTW.

Een onttrekking zal plaatsvinden wanneer een actief niet meer beroepsmatig wordt gebruikt, maar wel privé. Dit kan voorkomen bij:

  • Voorraden: BTW te berekenen op de marktprijs van de goederen
  • Roerende goederen:
    • BTW te berekenen op 1/5 van de aankoopprijs, verhoogd met 1/5 voor elk niet verstreken jaar van de herzieningsperiode.

    • BTW berekenen mag ook op de normale marktwaarde, zelfs na het verstrijken van de herzieningsperiode.
  • Onroerende goederen:
    • Nieuw gebouw: zelfde berekening als bij roerende goederen maar met een herzieningstermijn van 15 jaar in plaats van 5 jaar.

    • Geen nieuw gebouw: Er dient een herziening te gebeuren op 1/15e van de aankoopprijs, te verhogen me 1/15 voor elk niet verstreken jaar.

3. Motieven omschakeling naar vennootschap

Bij de opstart van een zelfstandige activiteit zal men moeten de beslissing nemen om al dan niet een vennootschap op te richten of te werken onder de vorm van een éénmanszaak.

In de loop van het bestaan van de éénmanszaak kan de zaakvoerder ook de beslissing nemen om over te schakelen naar een vennootschapsvorm. Ook andersom, in de loop van het bestaan van de vennootschap kunnen de vennoten beslissen om de vennootschap te vereffenen en de zaak verder te zetten onder de vorm van een éénmanszaak.

Al deze beslissingen dienen gebaseerd te zijn op voor het bedrijf gunstige motieven. Om deze reden zal in dit hoofdstuk worden besproken welke aspecten moeten worden in acht worden genomen om een optimale beslissing te nemen.

Volgende motieven kunnen onderscheiden worden:

  • Motieven van bedrijfseconomische aard;
  • Motieven van juridische aard;
  • Motieven van fiscale aard;
  • Motieven op sociaalrechtelijk vlak;
  • Motieven met betrekking tot de successierechten.

Motieven van bedrijfseconomische aard

Om een onderneming in goede banen te leiden is er kapitaal nodig. Bepaalde ondernemingen in bepaalde sectoren kunnen door eigen middelen te investeren, hun zaak draaiende houden en zelfs opbouwen. Maar wanneer u zich in een investeringsintensieve sector bevindt en u kan de activiteiten van de onderneming niet met eigen middelen financieren, zal u genoodzaakt zijn om bij derden (vb. de bank) de nodige middelen te gaan zoeken.

In dergelijke situaties is het sterk aan te raden om uw activiteit onder te brengen in een vennootschapsvorm. De vennootschap biedt een solide structuur van onder andere de herkomst van de financiering en een overzicht van het geïnvesteerd vermogen van de oprichter. Het biedt de derde investeerder een beter zicht op de financiële situatie van de onderneming.

Motieven van juridische aard

Indien de activiteit van de onderneming wordt uitgeoefend zonder gebruik te maken van de rechtspersoonlijkheid, dus onder de vorm van een éénmanszaak, staat de ondernemer met zijn gehele vermogen ter beschikking voor de eventuele schulden die hij maakt doorheen het bestaan van zijn zelfstandige activiteit. Wanneer deze ondernemer niet meer kan voldoen aan de schuldeisen zal men moeten overgaan tot een faillissement.

Dit faillissement betekent voor de ondernemer zonder rechtspersoon ook het verlies van al zijn persoonlijke bezittingen. Ook kan er beslag gelegd worden op zijn toekomstige inkomsten ter voldoening van de schulden. De ondernemer zal in vele gevallen ook geen nieuwe start als zelfstandige kunnen nemen.

Wanneer de ondernemer een ondernemingsvorm verkiest met rechtspersoon, dan kunnen de vorderingen die na het faillissement nog openstaan niet zomaar verhaald worden op de vennoten.

Als besluit kan men stellen dat een vennootschap de mogelijkheid biedt om het privé vermogen te scheiden van het vermogen van de vennootschap, maar dat deze scheiding niet absoluut is voor zaakvoerders, bestuurders en oprichters. Ook wanneer de vennoten of andere, zich persoonlijk borg stellen voor de verbintenissen van de vennootschap is de scheiding van vermogens niet meer van kracht.

Motieven van fiscale aard

Werken met een vennootschap kan in de fiscale context motieven hebben die zowel betrekking hebben op de inkomstenbelasting als op de successierechten.

Algemeen kan worden gesteld dat de inkomsten uit de éénmanszaak worden belast in de personenbelasting.

De inkomsten van een vennootschap zullen worden belast in de vennootschapsbelasting. Het voordeel van de vennootschap is dat de winsten kunnen worden gereserveerd in de vennootschap waardoor deze in principe minder zwaar zullen worden belast.

Het later overhevelen van liquide middelen uit de vennootschap naar een natuurlijk persoon zullen opnieuw onderhevig zijn aan de reële belastingdruk in de personenbelasting (afhankelijk van de wijze waarop deze naar de natuurlijk persoon worden overgeheveld).

Als grootste voordeel van het werken met een vennootschap zal steeds worden verwezen naar de lagere tarieven in de vennootschapsbelasting. Het grote verschil zit in het feit dat de vennootschapsbelasting met traag opklimmende schalen werkt, in tegenstelling tot de personenbelasting met sterk opklimmende schalen.

De tariefkloof is echter slechts één van de verschillen tussen de vennootschaps- en personenbelasting.

Motieven van sociaalrechtelijke aard

Ieder natuurlijk persoon die in België een beroepsactiviteit uitoefent waarbij hij niet gebonden is aan een arbeidsovereenkomst of door een specifiek statuut, is onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen.

De berekeningsbasis van het sociaal statuut der zelfstandigen blijft de grootte van het netto-beroepsinkomen en van het feit of men al dan niet in hoofdberoep of bijberoep werkt. Werkt men via een eenmanszaak, dan zal men sociale bijdragen betalen op basis van het inkomen. Dat inkomen is niet altijd voorspelbaar. Omdat men de definitieve bijdrage pas berekend na 3 jaar, kan dat soms tot vreemde situaties leiden.

Niet enkel zelfstandigen die werken zonder rechtspersoon zijn verplicht om sociale bijdragen te betalen. Ook de mandatarissen zoals bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap moeten voldoen aan deze bijdrage.

De bestuurdersbijdrage worden op dezelfde manier berekend als de bijdragen voor zelfstandigen zonder rechtspersoon. Het inkomen zal de ontvangen bezoldiging zijn uit de vennootschap. Dat is doorgaans beter te voorspellen waardoor de sociale bijdragen veel beter kunnen afgestemd worden op de werkelijkheid.

4. Welke vennootschapsvorm?

Wanneer de beslissing is genomen om van eenmanszaak over te stappen naar een vennootschap zal ook moeten bekeken worden welke vennootschapsvorm er gekozen moet worden. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen zes vennootschapsvormen:

  • BV (Besloten vennootschap)
  • NV (Naamloze vennootschap)
  • CV (Coöperatieve vennootschap)
  • Maatschap
  • Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid:
    • VOF (Vennootschap onder firma)

    • CommV (commanditaire vennootschap)

De BV (Besloten vennootschap) is de meest voorkomende vennootschapsvorm. Het is dan ook de meest geschikte rechtsvorm voor KMO vennootschappen.

Een VOF of CommV heeft onbeperkte aansprakelijkheid en is nog iets flexibeler. Deze kan bijvoorbeeld opgericht worden zonder tussenkomst van een notaris. Daar tegenover staat wel dat men persoonlijk aansprakelijk kan gesteld worden, terwijl er bij een BV een veel grotere scheiding is tussen privé en vennootschap.

Elke vennootschapsvorm heeft specifieke verplichtingen. De aansprakelijkheid van de vennoten is één van de belangrijkste criteria om rekening mee te houden. Klik hier om een volledig overzicht van vennootschapsvormen terug te bekijken.

5. Winst overhevelen van vennootschap naar privé

Strikt genomen is de winst die de vennootschap maakt, bestemd om te blijven in de vennootschap en daar belast worden. Middelen onttrekken aan de vennootschap zal altijd fiscale gevolgen met zich meebrengen. Er zijn tal van technieken om gelden te onttrekken aan de vennootschap:

  • Toekennen van een bezoldiging
  • Voordelen alle aard
  • Toekennen van een tantième
  • Uitkeren van een dividend
  • Terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever
  • Verhuur (on)roerende middelen aan de vennootschap
  • Opnames via de rekening-courant
  • Pensioenopbouw via de vennootschap
  • Inkoop eigen aandelen

Een andere manier om liquide middelen uit de vennootschap over te brengen naar het privé-vermogen is het verkopen van privé-vermogensbestanddelen aan de vennootschap. De verkoop van activa naar aanleiding van het overschakelen van éénmanszaak naar vennootschap is hiervan een bijzonder voorbeeld.

Voor een volledig overzicht van fiscaalvriendelijk gelden onttrekken aan de vennootschap verwijzen we graag naar deze aparte rubriek op de website.

6. Administratie

Het spreekt voor zich dat de overgang van eenmanszaak naar vennootschap ook een aantal administratieve formaliteiten met zich zal meebrengen.

Zo zal de eenmanszaak stoppen met bestaan en dan moet deze uitgeschreven worden uit de Kruispuntbank der Ondernemingen.

Ook de BTW administratie zal op de hoogte moeten gebracht worden, want als men overgaat naar een vennootschap zal er een nieuw BTW nummer toegekend worden die dan slaat op de entiteit van de vennootschap.

Opgelet: Het statuut van zelfstandige wordt wel behouden!  Men wordt dan zelfstandig bedrijfsleider die hoogst waarschijnlijk een inkomen (bezoldiging) zal ontvangen uit de vennootschap. Op dit inkomen zal men nog steeds sociale bijdragen moeten betalen.

Tip: Kijk bij de overgang van eenmanszaak naar vennootschap zeker ook na of de sociale bijdragen die nu betaald worden, in lijn ligt met de verwachte inkomsten die uit de vennootschap zullen gehaald worden als een bezoldiging.

7. Overzicht

EenmanszaakVennootschap
Eenvoudig met weinig formaliteiten: zeer flexibelBijkomende entiteit waar meer formaliteiten en procedures bij horen
Beperkte administratieIets meer administratie
Onbeperkt aansprakelijk – privé vermogen in gevaarBeperktere aansprakelijkheid – privé vermogen kan beter afgeschermd worden
Dure fiscaliteit: alle inkomsten worden in de personenbelasting belastMogelijkheid tot optimaliseren van de fiscaliteit dankzij lager tarief vennootschapsbelasting
Inkomsten direct beschikbaar na betalen belastingenInkomsten blijven van de vennootschap. Er zijn bijkomende stappen nodig om deze privé aan te wenden
Onderneming stopt bij overlijdenOnderneming kan verdergezet worden na overlijden van een bedrijfsleider
Overname uitwerken is moeilijkerMeer mogelijkheden om overname uit te werken
Moeilijk om partners te hebbenAfspraken tussen partners/vennoten staan op papier of zijn in de statuten uitgewerkt