MEER KOSTEN (VOORAL BIJ AANVANG)

Opstartfase

Voor een NV en BV is het vereist om volgende kosten te maken tijdens de opstartfase:

  • De oprichting gebeurt door een notariële akte, waarbij de statuten worden bepaald.
  • Voor de BV is er een uitgebreid financieel plan nodig, hiervoor is er waarschijnlijk een expert nodig; dit zijn ook extra kosten.
  • Inschrijven of omvorming van de vennootschap in het KBO (Kruispuntbank der ondernemingen) en het registreren van de oprichtingsakte.
  • Inbreng in natura moet worden aangetoond door een verslag van een bedrijfsrevisor.
  • Mogelijke activatie BTW-nummer

Voor een eenmanszaak hoeft men enkel ingeschreven zijn in het KBO en kan men mogelijk een BTW-nummer activeren. De VOF en de CV kunnen worden opgericht met een onderhandse akte; deze worden best geregistreerd.

NADELEN IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Geen eindbelasting

In tegenstelling tot de personenbelasting is de vennootschapsbelasting geen eindbelasting. De reeds belaste winst blijft in de artsenvennootschap, tenzij de winst zou worden uitgekeerd via een dividend. Bij de uitkering van een dividend wordt er normaal gezien 30% RV betaald, maar via de VPPR-bis kan er een dividend worden uitgekeerd aan 15%.

Bij de ontbinding of vereffening van de onderneming worden alle activa verkocht. Met de opbrengst van deze verkoop worden alle schulden betaald. Wat nog overblijft aan middelen wordt verdeeld onder de aandeelhouders. Op dit bedrag, vermindert met het geplaatst kapitaal, moet de liquidatiebonus betaald worden. De liquidatiebonus op dit liquidatiedividend bedroeg vroeger 10%. Dan werd dit opgetrokken naar 25% en nu is dit reeds 30%.

Beleggen met geldmiddelen

Alle interesten, dividenden en de eventuele andere behaalde opbrengsten binnen de vennootschap van belegde kapitalen zijn onderhevig aan de vennootschapsbelasting. De ingehouden roerende voorheffing werkt niet bevrijdend, zoals in de personenbelasting. De roerende voorheffing is verrekenbaar met de vennootschapsbelasting.

Belastbaar tijdstip

In de personenbelasting zijn de honoraria pas belastbaar bij de ontvangst.
In de vennootschapsbelasting geldt daarentegen het ‘prestatieprincipe’. Een prestatie is belastbaar van zodra deze geleverd is. Dit is vooral belangrijk voor geneesheren die veelvuldig werken met het systeem van de derdebetalers.

STARTKAPITAAL

Voor onderstaande ondernemingsvormen is volgend startkapitaal nodig:

STARTKAPITAAL PER ONDERNEMINGSVORM

FISCALE NADELEN VAN EEN DOKTERSVENNOOTSCHAP

Belastingvrije som

In de personenbelasting bestaat er nog altijd een belastingvrije som van 8.860 euro (AJ 2020) en 8.990 euro (AJ 2021). In de vennootschapsbelasting bestaat dit niet. Er wordt direct gewerkt met een tarief van 25% of het verlaagd tarief voor kleine ondernemingen.


Vanaf aanslagjaar 2019 geldt geen verlaagd opklimmend tarief meer. Dit wordt vervangen door een verlaagd tarief voor KMO’S van 20% op de eerste schijf van 100.000 euro. Net zoals bij de oude regeling van het verlaagd opklimmend tarief, dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn (zie art. 215, §3 WIB) om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief.

  1. De aandelen mogen niet voor de helft of meer in het bezit zijn van andere vennootschappen.
  2. Enkel vennootschappen die worden aangemerkt als ‘kleine’ vennootschap, zoals voorzien in artikel 1:24, §1 tot 6 WVV, komen in aanmerking.
  3. De vennootschap wordt niet als financiële vennootschap aangemerkt.
  4. De vennootschap dient aan minstens één van haar bedrijfsleiders, die een natuurlijke persoon is, een minimumbezoldiging toe te kennen van 45.000 euro of een bezoldiging minstens gelijk aan het fiscaal resultaat. Deze bezoldigingsvoorwaarde geldt echter niet voor startende ondernemingen, gedurende de eerste vier belastbare tijdperken.
  5. De vennootschap wordt niet als beleggingsvennootschap aangemerkt.