De Orde der Artsen heeft altijd terughoudend gereageerd op de vraag wie er naast een arts een artsenvennootschap mocht oprichten. Tot voor kort waren niet-artsen, zoals partners van artsen, niet toegestaan om deel te nemen aan een artsenvennootschap. Alleen artsen van dezelfde discipline of van aanverwante disciplines konden samenwerken in een vennootschap. In het verleden konden getrouwde artsen wel samen een vennootschap oprichten.

Met de nieuwe Code in 2018 was deze terughoudendheid al langzaam aan het verdwijnen en het recente advies van eind 2022 stelt nu duidelijk dat er geen bezwaar meer is tegen samenwerking met niet-artsen in een vennootschap (punt 4 en 5 van advies a169024, 19.11.2022): “Er wordt niet langer voorgeschreven dat de vennoten van een vennootschap uitsluitend artsen moeten zijn”.

Als gevolg van deze veranderingen is het nu deontologisch toegestaan dat bijvoorbeeld uw echtgenote of wettelijk samenwonende partner vennoot wordt van uw artsen-BV. Ook andere disciplines, zoals fysiotherapeuten en kinesisten, kunnen nu deel uitmaken van een maatschap-kostenassociatie of professionele vennootschap van specialisten in een ziekenhuis- of privésamenwerking.

Hoewel er nu meer mogelijkheden zijn, moet er nog steeds rekening worden gehouden met de rest van de deontologie. Het is belangrijk om afspraken te maken om belangenverstrengeling te voorkomen.